Algemene voorwaarden

Artikel 1: Definities
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
Opdrachtgever: de (rechts)persoon die opdracht geeft tot het leveren van een zaak of het verrichten van werkzaamheden. Opdrachtnemer: besloten vennootschap onder firma ROMA Bouw en Wonen B.V.,
gevestigd en zaakdoende te (6417 CB) Heerlen Vlotstraat 4, alsmede diens rechtsgelde, de heer M.T.M. Seuren die op het gebied van bouwen en wonen zaken levert en diensten verricht(ten), zoals montage, installatie, ontwerpen,
renoveren en verrichten van onderhoud.

Artikel 2: Toepasselijkheid
1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, ongeacht of het de levering van zaken of het verrichten van diensten betreft. Deze algemene voorwaarden zijn ook van toepassing indien de opdrachtnemer bij haar werkzaamheden derden betrekt.
2. Deze algemene voorwaarden zijn ook van toepassing op de werkzaamheden door de medewerkers van opdrachtnemer en haar directie.
3. De toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van opdrachtgever wordt uitdrukkelijk van de hand gewezen.
4. Bij tegenstrijdigheid tussen de offerte of opdrachtbevestiging en de algemene voorwaarden, prevaleert in alle gevallen de opdrachtbevestiging. Indien één of meer bepalingen in de algemene voorwaarden op enig moment geheel of
gedeeltelijk nietig zijn of vernietigd mochten worden, dan blijven de overige bepalingen volledig van toepassing. Opdrachtnemer en opdrachtgever zullen dan in overleg treden om nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of
vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel als mogelijk het doel en de strekking van de oorspronkelijke bepalingen in acht wordt genomen.
5. Indien opdrachtnemer niet steeds naleving van de algemene voorwaarden verlangt, betekent dit niet dat ze niet meer van toepassing zijn of dat opdrachtnemer het recht verliest om in andere gevallen naleving daarvan te verlangen.

Artikel 3: Offerte
1.De offerte wordt in alle gevallen schriftelijk of elektronisch verstrekt, behoudens spoedeisende gevallen.
2. In de offerte wordt van de zijde van opdrachtgever aangegeven:
a. de plaats van het werk;
b. een nadere omschrijving van de werkzaamheden;
c. volgens welke tekeningen, technische omschrijvingen, ontwerpen en berekeningen de werkzaamheden worden uitgevoerd;
d. het tijdstip van aanvang;
e. de termijn waarbinnen het werk zal worden verzorgd en opgeleverd;
f. de prijs/aannemingssom die voor de uit te voeren werkzaamheden in rekening wordt gebracht. De verschuldigde omzetbelasting wordt in de offerte afzonderlijk vermeld;
g. of betaling van de prijs/aannemingssom in termijnen zal plaatsvinden;
h. of op het werk een risicoregeling van toepassing zal zijn, en zo ja welke;
i. of met stelposten rekening is gehouden, en zo ja met welke:
j. of hoeveelheden verrekenbaar zullen zijn, en zo ja welke;
k. de toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden op de offerte en op de daaruit voortvloeiende overeenkomst.
3. De offerte heeft een geldigheidsduur van 30 dagen.
4. Tekeningen, technische omschrijvingen, ontwerpen en berekeningen, die door opdrachtnemer of in zijn opdracht vervaardigd zijn, blijven te allen tijde eigendom van opdrachtnemer. Zij mogen niet aan derden ter hand worden gesteld of getoond met het oogmerk een vergelijkbare offerte te verkrijgen. Zij mogen evenmin worden gekopieerd of anderszins vermenigvuldigd. Indien geen opdracht wordt verleend dienen deze bescheiden op eigen initiatief van opdrachtgever binnen 14 dagen te worden teruggezonden.
5. Kosten vanwege het uitbrengen van een offerte kunnen door opdrachtnemer slechts in rekening worden gebracht indien zulks uitdrukkelijk is bedongen.

Artikel 4: Bevestiging, overeenkomst en contractstukken
1. Voor de totstandkoming van een overeenkomst dient ten eerste sprake te zijn van aanvaarding van de offerte door opdrachtgever en een schriftelijke bevestiging van opdrachtnemer, voorzien van een definitieve versie van de opdracht.
2. Vervolgens komt een overeenkomst tot stand na ondertekening van de schriftelijke bevestiging door opdrachtgever.
3. Indien een opdracht wordt gegeven door twee of meer opdrachtgevers zijn zij hoofdelijk verbonden en heeft opdrachtnemer tegenover ieder van hen recht op nakoming voor het geheel.

Artikel 5: Verplichtingen van opdrachtgever
1. Opdrachtgever zorgt ervoor dat opdrachtnemer tijdig kan beschikken:
a. over benodigde gegevens en goedkeuringen (zoals publiekrechtelijke en privaatrechtelijke toestemmingen), zo nodig in overleg met opdrachtnemer;
b. over het gebouw of het terrein waarop het werk moet worden uitgevoerd;
c. over voldoende gelegenheid voor aanvoer, opslag en/of afvoer van bouwstoffen en hulpmiddelen;
d. over aansluitingsmogelijkheden voor elektrische machines, verlichting, verwarming, gas, perslucht en water.
2. De benodigde elektriciteit, gas en water zijn in alle gevallen voor rekening van opdrachtgever.
3. Het is opdrachtgever niet toegestaan om vóór de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, van het werk zelf dan wel door derden werkzaamheden uit te (laten) voeren, behoudens toestemming van opdrachtnemer.
4. Zonder voorafgaande schriftelijke of elektronische toestemming van opdrachtnemer is het opdrachtgever niet toegestaan om voor de dag waarop het werk als opgeleverd geldt zijn rechten en plichten uit de overeenkomst over te
dragen aan een derde.

Artikel 6: Verplichtingen van opdrachtnemer
1. Opdrachtnemer draagt ervoor zorg dat het werk goed en deugdelijk en naar de bepalingen van de overeenkomst wordt uitgevoerd.
2. Indien de aard van het werk hiertoe aanleiding geeft, stelt opdrachtnemer zich voor aanvang van het werk op de hoogte van de ligging van kabels en leidingen.
5. Opdrachtnemer is verplicht om opdrachtgever te wijzen op onvolkomenheden in door of namens opdrachtgever voorgeschreven constructies en werkwijzen en in door of namens opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen, alsmede op gebreken in door de opdrachtgever ter beschikking gestelde of voorgeschreven bouwstoffen en hulpmiddelen, voor zover opdrachtnemer deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen.

Artikel 7: Bouwstoffen
1. Alle te verwerken bouwstoffen dienen van een goede hoedanigheid te zijn, geschikt te zijn voor bestemming en dienen te voldoen aan de gestelde eisen.
2. Opdrachtnemer stelt opdrachtgever in de gelegenheid bouwstoffen te keuren. De keuring dient te geschieden bij de aankomst hiervan op het werk (eventueel op overeengekomen monsters) of bij de eerste gelegenheid daarna, mits in dat laatste geval de voortgang van het werk niet in gevaar komt. Opdrachtnemer is bevoegd bij de keuring aanwezig te zijn of zich te doen vertegenwoordigen.
3. Opdrachtgever is bevoegd bouwstoffen door derden te laten onderzoeken. De daaraan verbonden kosten komen voor zijn of haar rekening, behalve ingeval van afkeuring, in welk geval de kosten voor rekening van de aannemer komen. Door de opdrachtgever ter beschikking gestelde bouwstoffen worden geacht te zijn goedgekeurd.
4. Zowel opdrachtgever als opdrachtnemer kunnen ingeval van afkeuring van bouwstoffen vorderen dat een in onderling overleg getrokken, door beiden gewaarmerkt verzegeld monster wordt bewaard.
5. De uit het werk komende bouwstoffen, waarvan opdrachtgever heeft verklaard dat hij of zij deze wenst te behouden, dienen door hem of haar van het werk te worden verwijderd. Alle andere bouwstoffen worden door opdrachtnemer
afgevoerd, onverminderd eventuele aansprakelijkheid van opdrachtgever op grond van verontreinigd bouwmateriaal.

Artikel 8: Kostenverhogende omstandigheden
1. Kostenverhogende omstandigheden zijn omstandigheden:
– die van dien aard zijn dat bij het tot stand komen van de overeenkomst geen rekening behoefte te worden gehouden met de kans dat zij zich zouden voordoen,
– die opdrachtnemer niet kunnen worden toegerekend en
– die de kosten van het werk verhogen.
2. Kostenverhogende omstandigheden geven opdrachtnemer recht op vergoeding van de daaruit voortvloeiende gevolgen.
3. Indien opdrachtnemer van oordeel is dat kostenverhogende omstandigheden zijn ingetreden, dient hij opdrachtgever hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk of elektronisch op de hoogte te stellen waarna partijen in overleg treden omtrent doorberekening van deze kosten.

Artikel 9: Meer en minder werk
1. Verrekening van meer en minder werk vindt plaats:
a. ingeval van wijzigingen in de overeenkomst dan wel in de voorwaarden van uitvoering;
b. ingeval van afwijkingen van de bedragen van de stelposten;
c. ingeval van afwijkingen van verrekenbare hoeveelheden;
2. Wijzigingen in de overeenkomst dan wel de voorwaarden van uitvoering zullen – behoudens spoedeisende omstandigheden – schriftelijk of elektronisch worden overeengekomen. Het gemis van een schriftelijke of elektronische opdracht laat de aanspraken van opdrachtnemer en van opdrachtgever op verrekening van meer en minder werk onverlet.
4. Stelposten zijn in de overeenkomst genoemde bedragen, die in de aannemingssom zijn begrepen en die bestemd zijn voor hetzij
a. het aanschaffen van bouwstoffen;
b. het aanschaffen van bouwstoffen en het verwerken daarvan;
c. het verrichten van werkzaamheden, welke op de dag van de overeenkomst onvoldoende nauwkeurig zijn bepaald en welke door de opdrachtgever nader  moeten worden ingevuld. Ten aanzien van iedere stelpost wordt in de overeenkomst vermeld waarop deze betrekking heeft.
5. Bij de ten laste van stelposten te brengen uitgaven wordt gerekend met de aan opdrachtnemer berekende prijzen respectievelijk de door haar gemaakte kosten, te verhogen met 10%.
6. Indien een stelpost uitsluitend betrekking heeft op het aanschaffen van bouwstoffen, zijn de kosten van het verwerken daarvan in de aannemingssom begrepen en worden deze niet afzonderlijk verrekend. Deze kosten zullen echter
worden verrekend ten laste van de stelpost, waarop de aanschaffing van die bouwstoffen wordt verrekend voor zover zij door de invulling die aan de stelpost wordt gegeven hoger zijn dan die waarmee opdrachtnemer redelijkerwijs rekening heeft moeten houden.
7. Indien een stelpost betrekking heeft op het aanschaffen van bouwstoffen en het verwerken daarvan, zijn de kosten van verwerking niet in de aannemingssom begrepen en worden deze afzonderlijk ten laste van de stelpost verrekend.
8. Indien in de overeenkomst verrekenbare hoeveelheden zijn opgenomen, en deze hoeveelheden te hoog of te laag blijken om het werk tot stand te brengen, zal verrekening plaats vinden van de uit die afwijking voortvloeiende meer of minder kosten.
9. Indien opdrachtgever opdracht geeft tot het uitvoeren van meerwerk, mag opdracht-nemer bij wijze van voorschot 25% van het overeengekomen bedrag in rekening brengen. Het resterende gedeelte zal opdrachtnemer eerst kunnen
factureren bij gereedkomen van het meerwerk dan wel bij de eerst komende termijnfactuur daarna. Tenzij anders is overeengekomen zal minder werk door opdracht-nemer worden verrekend bij de eindafrekening.

Artikel 10: Betaling
1. Indien betaling in termijnen is overeengekomen, zendt opdrachtnemer telkens bij of na het verschijnen van een betalingstermijn de desbetreffende termijnfactuur aan opdrachtgever. De door opdrachtgever aan opdrachtnemer verschuldigde omzet-belasting wordt afzonderlijk vermeld.
2. Betaling van een ingediende factuur dient plaats te vinden uiterlijk 14 dagen na de factuurdatum, met dien verstande dat bij de oplevering alle ingediende termijnfacturen en de facturen met betrekking tot het overeengekomen meer werk dienen te zijn voldaan, onverminderd de toepasselijkheid van artikel 8 en artikel 13 en op voorwaarde dat opdrachtnemer deze facturen tijdig voor de oplevering heeft ingediend. Opdrachtnemer is gerechtigd de factuur betreffende de bij oplevering verschuldigde termijn 14 dagen voor de geplande oplevering in te dienen.
3. Binnen een redelijke termijn na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt dient opdrachtnemer de eindafrekening in.
4. Betaling van het aan de opdrachtnemer verschuldigde bedrag van de eindafrekening dient plaats te vinden uiterlijk 30 dagen na de dag waarop de opdrachtnemer de eindafrekening heeft ingediend, een en ander onverminderd het
bepaalde in artikel 13.

Artikel 11: 5% regeling
1. Dit artikel is slechts van toepassing op aanneming van werk die strekt tot de bouw/verbouwing van een woning in opdracht van een consument, dat wil zeggen een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
2. De consument kan zonder beroep te doen op artikel 6:262 BW en onder behoud van zijn recht op oplevering, maximaal 5% van de aannemingssom inhouden op de laatste termijn of laatste termijnen en dit bedrag in plaats van aan de
opdrachtnemer te betalen, in depot storten bij een notaris.
3. De notaris brengt het bedrag in de macht van opdrachtnemer nadat drie maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, tenzij de consument van zijn in artikel 6:262 BW toegekende bevoegdheid gebruik wenst gebruik te maken. In dat geval deelt de consument aan de notaris mee tot welk bedrag het depot moet worden gehandhaafd.
4. De notaris brengt het bedrag voorts in de macht van opdrachtnemer voor zover de consument daarin toestemt, opdrachtnemer vervangende zekerheid stelt of bij een uitspraak die partijen bindt, is beslist dat een depot niet of niet langer gerechtvaardigd is.
5. Indien de consument aan opdrachtnemer schadevergoeding verschuldigd is wegens de depotstoring of de door opdrachtnemer gestelde vervangende zekerheid, wordt deze gesteld op de wettelijke rente van artikel 6:119 BW. Gedurende de drie maanden na oplevering is zij niet verschuldigd, zelfs niet indien geen gebreken worden geconstateerd.
6. De door de notaris berekende kosten voor het depot komen voor rekening van de consument. De door de notaris te vergoeden rente over het depotbedrag komt ten gunste van de consument.

Artikel 12: Oplevering en onderhoudstermijn
1. Het werk geldt als opgeleverd wanneer opdrachtnemer heeft medegedeeld dat het werk gereed is voor oplevering en opdrachtgever het werk heeft aanvaard. Ter gelegenheid van de oplevering wordt een door beide partijen te ondertekenen opleveringsrapport opgemaakt. Een door opdrachtgever geconstateerde tekortkoming die door opdrachtnemer niet wordt erkend, wordt in het opleveringsrapport als zodanig vermeld.
2. Indien opdrachtnemer heeft medegedeeld dat het werk voor oplevering gereed is en opdrachtgever niet binnen 8 dagen daarna laat weten of hij het werk al dan niet aanvaardt, geldt het werk als opgeleverd.
3. Indien opdrachtgever het werk afkeurt, dient hij of zij dat schriftelijk of elektronisch te doen onder vermelding van de gebreken die de reden voor afkeuring zijn. Kleine gebreken, die gevoeglijk in de onderhoudstermijn kunnen
worden hersteld, zullen geen reden tot afkeuring mogen zijn, mits zij een eventuele ingebruikneming niet in de weg staan.
4. Indien opdrachtgever het werk in gebruik neemt, geldt het werk als opgeleverd.
5. Indien partijen vaststellen dat gelet op aard of omvang van de tekortkomingen in redelijkheid niet van oplevering kan worden gesproken, zal opdrachtnemer na overleg met opdrachtgever een nieuwe datum noemen waarop het werk gereed zal zijn voor oplevering.
6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, is het werk voor risico van opdrachtgever.
7. Door opdrachtnemer erkende tekortkomingen worden zo spoedig mogelijk hersteld.
8. Na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, gaat een onderhoudstermijn van 30 dagen in.

Artikel 13: Uitvoeringsduur en uitstel van oplevering
1. Indien de termijn, waarbinnen het werk zal worden opgeleverd, is uitgedrukt in werkbare werkdagen, wordt onder werkdag verstaan een kalenderdag, tenzij deze valt op een algemeen of ter plaatse van het werk erkende, of door de overheid dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven rust- of feestdag, vakantiedag of andere niet individuele vrije dag. Werkdagen, respectievelijk halve werkdagen, worden als onwerkbaar beschouwd, wanneer daarop door niet voor rekening van opdrachtnemer komende omstandigheden gedurende tenminste vijf uren, respectievelijk tenminste twee uren, door het grootste deel van de arbeiders of machines niet kan worden gewerkt.
2. Opdrachtnemer heeft recht op verlenging van de termijn waarbinnen het werk zal worden opgeleverd indien door overmacht, door voor rekening van opdrachtgever komende omstandigheden, dan wel als gevolg van meer en minder
werk, niet van opdrachtnemer kan worden gevergd dat het werk binnen de overeengekomen termijn wordt opgeleverd.

Artikel 14: In gebreke blijven van opdrachtgever
1. Indien opdrachtgever met de betaling van hetgeen hij of zij ingevolge de overeenkomst aan de opdrachtnemer verschuldigd is in gebreke blijft, is hij of zij daarover met ingang van de vervaldag de wettelijke rente verschuldigd. Indien na
verloop van 14 dagen na de vervaldag nog geen betaling heeft plaatsgevonden, wordt het in de voorgaande zin bedoelde rentepercentage met 2% verhoogd.
2. Indien opdrachtgever niet tijdig betaalt, is opdrachtnemer gerechtigd tot invordering van het verschuldigde over te gaan, mits zij de opdrachtgever schriftelijk of elektronisch heeft aangemaand om alsnog binnen 14 dagen te
betalen en die betaling is uitgebleven. Indien de opdrachtnemer tot invordering overgaat, zijn de daaraan verbonden buitengerechtelijke kosten voor rekening van opdrachtgever, mits de hoogte hiervan in de aanmaning is vermeld. De
opdrachtnemer is gerechtigd hiervoor in rekening te brengen het bedrag conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
3. Indien opdrachtgever hetgeen opdrachtnemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of opdrachtnemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat opdrachtgever het opdrachtnemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is opdrachtnemer gerechtigd om van opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen.
4. Indien opdrachtgever enige op hem of haar rustende verplichting niet nakomt, is opdrachtnemer gerechtigd het werk te schorsen tot het moment waarop opdrachtgever deze verplichting is nagekomen, dan wel het werk in onvoltooide
staat te beëindigen, mits opdrachtnemer opdrachtgever vooraf schriftelijk of elektronisch op deze gevolgen van het niet-nakomen heeft gewezen. Het in de vorige zin bepaalde laat onverlet het recht van opdrachtnemer op vergoeding van
schade, kosten en rente.
5. Indien opdrachtgever in staat van faillissement wordt verklaard, dan wel surseance van betaling aanvraagt, dan wel indien ten laste van hem of haar door een derde enig rechtmatig beslag wordt gelegd, tenzij dit beslag binnen een
maand, al dan niet tegen zekerheidstelling, wordt opgeheven, is opdrachtnemer gerechtigd zonder nadere aanmaning het werk te schorsen, dan wel het werk in onvoltooide staat te beëindigen.
6. Indien op grond van dit artikel sprake is van schorsing respectievelijk beëindiging in onvoltooide staat, is het bepaalde in artikel 14 lid 5 van toepassing.

Artikel 15: In gebreke blijven van de opdrachtnemer
1. Indien opdrachtnemer zijn of haar verplichtingen ter zake van de aanvang of de voortzetting van het werk niet nakomt en opdrachtgever haar in verband daarmee wenst aan te manen, zal opdrachtgever haar schriftelijk of elektronisch aanmanen om zo spoedig mogelijk de uitvoering van het werk aan te vangen of voort te zetten.
2. Opdrachtgever is bevoegd het werk door een derde te doen uitvoeren of voortzetten, indien opdrachtnemer na verloop van de in de aanmaning vermelde termijn, maar met een minimum van 14 dagen, in gebreke blijft mits de ernst van
de tekortkoming dit rechtvaardigt en onder voorwaarde dat opdrachtgever zulks in de aanmaning heeft vermeld. In dat geval heeft opdrachtgever recht op vergoeding van de uit het in gebreke blijven van opdrachtnemer voortvloeiende schade en kosten.
3. Opdrachtgever zorgt ervoor, dat de kosten, die voor opdrachtnemer voortvloeien uit de toepassing van het vorige lid, binnen redelijke grenzen blijven.

Artikel 16: Schorsing, beëindiging van het werk in onvoltooide staat en opzegging
1. Opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. Voorzieningen die opdrachtnemer ten gevolge van de schorsing moet treffen, en schade die opdrachtnemer ten gevolge van de schorsing lijdt, worden aan opdrachtnemer vergoed.
2. Indien gedurende de schorsing schade aan het werk ontstaat, komt deze niet voor de rekening van opdrachtnemer, mits zij opdrachtgever tevoren schriftelijk of elektronisch heeft gewezen op dit aan de schorsing verbonden gevolg.
3. Indien de schorsing langer dan 14 dagen duurt, kan opdrachtnemer bovendien vorderen, dat haar een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het werk wordt gedaan. Daarbij wordt rekening gehouden met op het werk
aangevoerde, nog niet verwerkte maar wel reeds door opdrachtnemer betaalde bouwstoffen.
4. Indien de schorsing van het werk langer dan een maand duurt, is opdrachtnemer bevoegd het werk in onvoltooide staat te beëindigen. In dat geval dient overeenkomstig het volgende lid te worden afgerekend.
5. Opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Opdrachtnemer heeft in dat geval recht op de aannemingssom/prijs, vermeerderd met de kosten die zij als gevolg van de niet voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de haar door de beëindiging bespaarde kosten. Opdrachtnemer is gerechtigd om in plaats van voorgaande aanspraak 10% van de waarde van het niet uitgevoerde deel van het werk in rekening te brengen. Opdrachtnemer zendt opdrachtgever een gespecificeerde eindafrekening van hetgeen opdrachtgever ingevolge de opzegging is verschuldigd.

Artikel 17: Aansprakelijkheid van opdrachtgever
1. Opdrachtgever draagt de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de door (of namens) hem/haar verstrekte gegevens.
2. Verschillen tussen de tijdens de uitvoering blijkende toestand van bestaande gebouwen, werken en terreinen enerzijds en de toestand die opdrachtnemer redelijkerwijs had mogen verwachten, geven opdrachtnemer recht op vergoeding van de daaruit voortvloeiende kosten.
3. Indien na de totstandkoming van de overeenkomst blijkt dat het bouwterrein verontreinigd is of de uit het werk komende bouwstoffen verontreinigd zijn, is opdrachtgever aansprakelijk voor de daaruit voor de uitvoering van het werk voortvloeiende gevolgen.
4. Opdrachtgever draagt de verantwoordelijkheid voor de door of namens hem/haar voorgeschreven constructies en werkwijzen, daaronder begrepen de invloed, die daarop door de bodemgesteldheid wordt uitgeoefend, alsmede voor de door of namens hem/haar gegeven orders en aanwijzingen.
5. Indien bouwstoffen of hulpmiddelen, die opdrachtgever ter beschikking heeft gesteld, dan wel door hem/haar zijn voorgeschreven, ongeschikt of gebrekkig zijn, komen de gevolgen hiervan voor rekening van opdrachtgever.
6. Indien opdrachtgever een onder- opdrachtnemer of leverancier heeft voorgeschreven, en deze niet, niet tijdig of niet deugdelijk presteert, komen de gevolgen hiervan voor rekening van opdrachtgever.
7. Opdrachtgever is aansprakelijk voor schade aan het werk en de schade en vertraging die opdrachtnemer lijdt als gevolg van door opdrachtgever of in zijn of haar opdracht door derden uitgevoerde werkzaamheden of verrichte leveringen.
8. De gevolgen van de naleving van wettelijke voorschriften of beschikkingen van overheidswege die na de dag van de offerte in werking treden, komen voor rekening van opdrachtgever, tenzij redelijkerwijs moet worden aangenomen dat opdrachtnemer die gevolgen reeds op de dag van de offerte had kunnen voorzien.

Artikel 18: Aansprakelijkheid van opdrachtnemer
18.1 Ontwerpaansprakelijkheid
1. In geval van tekortkomingen in het ontwerp, is opdrachtnemer hiervoor slechts aansprakelijk voor zover deze tekortkomingen haar kunnen worden toegerekend.
2. De aansprakelijkheid van opdrachtnemer op grond van het vorige lid is beperkt tot het voor het verrichten van de ontwerp-werkzaamheden overeengekomen bedrag. Indien geen bedrag is overeengekomen, is de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer beperkt tot 10% van de aannemingssom/prijs.
18.2 Aansprakelijkheid tijdens de uitvoering van het werk
1. Het werk en de uitvoering daarvan zijn voor verantwoordelijkheid van opdrachtnemer met ingang van het tijdstip van aanvang tot en met de dag waarop het werk is opgeleverd of als opgeleverd geldt.
2. Onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens de overeenkomst of de wet is opdrachtnemer aansprakelijk voor schade aan het werk, tenzij deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan opdrachtnemer in verband met de aard van het werk geen passende maatregelen heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor haar rekening te doen komen.
3. Opdrachtnemer is aansprakelijk voor schade aan andere werken en eigendommen van opdrachtgever voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van opdracht-nemer, het personeel, de onder-opdrachtnemers of haar leveranciers.
4. Opdrachtnemer vrijwaart opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade, voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de opdrachtnemer, zijn personeel, de onder-opdrachtnemers of haar leveranciers.
18.3 Aansprakelijkheid na oplevering
1. Na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, is opdrachtnemer niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk.
2. Het in het eerste lid bepaalde lijdt uitzondering indien sprake is van een gebrek:
a. dat in de onderhoudstermijn aan de dag is getreden, dat redelijkerwijs niet bij oplevering door opdrachtgever onderkend had kunnen worden en waarvan opdrachtgever aannemelijk maakt dat het gebrek met grote mate van waarschijnlijkheid moet worden toegeschreven aan een omstandigheid, die aan opdrachtnemer kan worden toegerekend;
b. dat na afloop van de onderhoudstermijn aan de dag is getreden, dat redelijkerwijs niet bij oplevering door opdrachtgever onderkend had kunnen worden en waarvan opdrachtgever aannemelijk maakt dat het gebrek met grote mate van waarschijnlijkheid moeten worden toegeschreven aan een omstandigheid, die aan opdrachtnemer kan worden toegerekend.
3. De rechtsvordering uit hoofde van het in lid 2 sub a bedoelde gebrek is niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van twee jaren na het verstrijken van de onderhoudstermijn.
4. De rechtsvordering uit hoofde van het in lid 2 sub b bedoelde gebrek is niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van vijf jaren na het verstrijken van de onderhoudstermijn. Ingeval het in het in lid 2 sub b bedoelde gebrek echter als een ernstig gebrek moet worden aangemerkt, is de rechtsvordering niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van tien jaren na het verstrijken van de onderhoudstermijn. Een gebrek is slechts dan als een ernstig gebrek aan te merken indien het werk geheel of gedeeltelijk is ingestort of dreigt in te storten, dan wel ongeschikt is geraakt of ongeschikt dreigt te geraken voor de bestemming waarvoor het blijkens de overeenkomst bedoeld is
en dit slechts kan worden verholpen of kan worden voorkomen door het treffen van zeer kostbare voorzieningen.
18.4 Overige bepalingen
1. Opdrachtgever is in de gevallen als voorzien in de artikelen 18.1 tot en met 18.3 verplicht opdrachtnemer van het gebrek binnen redelijke termijn na ontdekking mededeling te doen en opdrachtnemer de gelegenheid te geven binnen een redelijke termijn voor diens rekening toerekenbare tekortkomingen en/of gebreken, waarvoor opdrachtnemer aansprakelijk is, te herstellen/op te heffen.
2. Indien de kosten van herstel voor een gebrek of van het opheffen van een tekortkoming waarvoor opdrachtnemer aansprakelijk is niet in redelijke verhouding staan tot het belang van opdrachtgever bij herstel, mag opdrachtnemer in plaats van herstel volstaan met het uitkeren van een redelijke schadevergoeding aan opdrachtgever.
3. De uit de artikelen 18.1 tot en met 18.3 voortvloeiende beperkingen van de aansprakelijkheid vinden geen toepassing indien de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van opdrachtnemer.

Artikel 19: Geschillen
1. Voor de beslechting van de in dit artikel bedoelde geschillen doen partijen afstand van hun recht deze aan de gewone rechter voor te leggen, behoudens die gevallen waarin partijen zich op grond van de wet tot de gewone rechter dienen te wenden.
2. Alle geschillen – daaronder begrepen die, welke slechts door een der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding van deze overeenkomst of van de overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel zijn, tussen opdrachtgever en opdrachtnemer mochten ontstaan, worden beslecht door arbitrage overeenkomstig de regelen beschreven in het arbitragereglement van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, zoals dit drie maanden voor het tot stand komen van de overeenkomst luidt.
3. In afwijking van het tweede lid kunnen geschillen, welke tot de competentie van de kantonrechter behoren, ter beslechting aan de bevoegde kantonrechter worden voorgelegd.
4. Op de overeenkomst van aanneming van werk of op de overeenkomsten tussen opdrachtgever en opdrachtnemer die daarvan een uitvloeisel zijn, is Nederlands recht van toepassing.

Artikel 20: Vindplaats en wijziging algemene voorwaarden
1. De algemene Voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 70561702. Van toepassing is steeds de laatst gedeponeerde versie.
2. Opdrachtnemer is bevoegd de algemene voorwaarden te wijzigen. De gewijzigde algemene voorwaarden gelden vanaf 30 dagen nadat opdrachtgever schriftelijk van de wijziging op de hoogte is gesteld, tenzij opdrachtgever binnen die termijn schriftelijk te kennen geeft tegen de wijziging bezwaar te maken. In dat geval blijven de ongewijzigde algemene voorwaarden tussen partijen gelden totdat de overeenkomst is beëindigd.